We zien veel konijnen met verschijnselen die kunnen passen bij een infectie met E. cuniculi. Het probleem is dat als je dit wilt aantonen door middel van bloed of urine onderzoek het helaas niet mogelijk is een definitieve diagnose te stellen bij een levend konijn.
In deze pagina zullen we Encephalitozoon cuniculi ook E. cuniculi of E.c. noemen.
We hebben veel konijnen onderzocht in 2007 - 2008 ....
Tijdens een onderzoek hebben we bij konijnen met symptomen van E. cuniculi en bij gezonde konijnen (zonder verschijnselen van E.c.) bloed afgenomen en onderzocht op het voorkomen van antilichamen tegen E. cuniculi. We hebben deze bloedbuisjes beschikbaar gesteld aan een student Diergeneeskunde die het onderzoek uitvoerde bij de vakgroep Klinische Infectiologie in combinatie met het RIVM. Het idee was om te kijken of er aan de hoogte van de antilichamen te zeggen was of er een infectie met E. cuniculi aanwezig was en of je aan de hoogte kon zeggen hoe erg de infectie zou zijn.
Wat is uit het onderzoek naar voren gekomen ....
Gezonde konijnen hebben ook een positieve bloedtiter ....
Er is getest op IgG antilichamen in het bloedserum bij het RIVM in Bilthoven. Bij de konijnen met een E. cuniculi verdenking werd er bij 70-80% van de konijnen een positieve bloedtiter gevonden. Echter er is bij 50-60% van de gezonde konijnen (zonder E. cuniculi verschijnselen) ook een verhoogde IgG bloedtiter gevonden. Interpretatie: met een positieve bloedtiter is dus niet met zekerheid een diagnose te stellen, want het komt bij konijnen zonder problemen ook vaak voor. Deze bevindingen zijn ook bij onderzoeken in de ons omringende landen gevonden!
Aan de hoogte is geen consequentie te verbinden ....
De ernst van de klinische verschijnselen kwam helaas niet overeen met de hoogte van de antilichamen titer. Er konden negatieve of lage bloedwaardes bij een konijn met heel erg tollen gevonden worden en hele hoge bloedwaardes bij konijnen zonder verschijnselen. Ook met gepaarde sera (= bloedmonsters met weken of maanden er tussen) kon er geen bewijs gevonden worden. We hebben konijnen gehad die in september-oktober 2007 geen verschijnselen hadden (met een hoge bloedtiter) en in het voorjaar van 2008 wel verschijnselen van E.c. hadden (met dezelfde hoge titer!).
Een positieve bloedtiter kan aanwezig zijn zonder dat het konijn symptomen van E.c. heeft ....
Een negatieve bloedtiter is geen bewijs dat het konijn geen E.c. heeft ....
Bloedonderzoek naar antilchamen IgG en IgM door Kunstyr in 1986 ....
In 1986 is er een onderzoek geweest waarbij E. cuniculi sporen in het bloed bij konijnen werden geinjecteerd. Daarna is gekeken na hoeveel tijd de IgM en de IgG antilichamen konden worden aangetoond. Er bleek na 17 dagen een stijging te zijn van IgM en IgG. De IgM bleef stijgen tot een dag of 35 en daalde daarna weer naar de nullijn. De IgG steeg vanaf 17 dagen en blijft gedurende een paar maanden hoog waarna het langzaam weer wegzakt. Na 35 dagen worden er ook gedurende een paar weken sporen in de urine uitgescheiden.
Er werden bij deze konijnen geen klinisch waarneembare verschijnselen gezien. Aan de hand van dit onderzoek zou je dus denken dat je een diagnose kunt stellen door gepaarde sera te vergelijken. Gepaarde sera wil zeggen 2 bloedonderzoeken met een week of 3-4 er tussen.
Dit is een onderzoek dat ons als dierenarts kan helpen een diagnose te stellen ....
Het idee is dat we deze twee soorten antilichamen kunnen gebruiken om aan te tonen of er een actieve of chronische infectie aanwezig is. Anders gezegd of we aan het begin van de infectie in het acute stadium zitten.
- IgM is een aanwijzing voor een actieve of acute infectie => komt alleen op in het begin van de infectie.
- IgG is een aanwijzing dat de infectie aan het begin of chronisch is. Chronisch wil zeggen al langer aanwezig is.
Aan de hand van een paar voorbeelden zal ik proberen aan te tonen dat dat helaas nog niet zo eenvoudig is ....
Waar laten we het bloedonderoek uitvoeren ....
Deze laten we uitvoeren bij het EVL in Woerden, deze kunnen IgM en IgG meten. Alternatieven zijn het Idexx vetmedlaboratorium of het Radbout ziekenhuis in Nijmegen, echter deze laatste twee meten alleen het IgG.
En hoe is dit in de praktijk te gebruiken ....
We injecteren dus niet de E. cuniculi in het bloed en we moeten aan de hand van een hypothese de bloedwaardes extrapoleren naar een echt doorgemaakte infectie.
1. Acute infectie zonder verschijnselen van E. cuniculi:
Als een konijn door de urine van een ander konijn besmet wordt, dan worden de protozoen door de darm opgenomen en zullen de protozoen in het bloed terecht komen. Lymfocyten nemen deze dan op en zullen door het lichaam trekken en ergens vastlopen waar ze geen probleem geven of een probleem zonder dat het waarneembaar is aan het konijn. Zolang er geen klinische verschijnselen ontstaan verloopt de infectie dus symptoomloos. Je merkt er als eigenaar niets van, de bloedwaardes daarentegen kunnen wel stijgen en de IgM antilichamen blijven enkele weken hoog en de IgG antilichamen blijven enkele maanden hoog, waarna deze langzaam onder de detectie grens zakken.
De IgM en de IgG antilichamen titer kunnen verhoogd zijn bij een klinisch gezond konijn.
2. Acute infectie met verschijnselen van E. cuniculi:
Als een konijn via de urine van een ander konijn besmet wordt, dan worden de protozoen door de darm opgenomen en zullen de protozoen in het bloed terecht komen. Lymfocyten nemen deze dan op en zullen door het lichaam trekken en ergens vastlopen waar wel een waarneembaar probleem ontstaat. De protozo gaat zich vermeerderen en het lichaam reageert herop met een ontstekingsreactie. Er ontstaan klinische verschijnselen en je merkt dit als eigenaar op. Aan de bloedwaardes kun je dan een aantal mogelijke bloeduitslagen zien. We zullen dit hieronder proberen naar voren te brengen.
Het hangt er van af wanneer het konijn opnieuw besmet wordt of dat het konijn een stress/verminderde weerstand/ziekte/operatie doormaakt waarbij de E. cuniculi infectie weer oplaait.
2.A. Als het konijn besmet wordt op het moment dat er nog IgG antilichaam titers te meten zijn. Dan zal bij een herinfectie eerst (na een dag of 17) de IgM opkomen en na 2,5 week weer dalen. De IgG titer stijging volgt (theoretische gezien) na enkele dagen. Zie in het vak bij de rode pijl in het vak hierboven.
Als je dan een gepaard bloedonderzoek uitvoert, dat wil zeggen een eerste bloedonderzoek vlak na het ontstaan van symptomen en opnieuw na 3 weken dan moet je een verschil, namelijk een stijging zien van IgM en mogelijk IgG.
2.B. Als het konijn besmet wordt op het moment dat er geen antilichaam titers meer te meten zijn. Zie in het vak bij de rode pijl hieronder. Dan zal bij een herinfectie eerst (na een dag of 17) de IgM opkomen en na 2,5 week weer dalen. De IgG titer stijging volgt (theoretische gezien) na enkele dagen.
Als je dan een gepaard bloedonderzoek uitvoert, dat wil zeggen een eerste bloedonderzoek vlak na het ontstaan van symptomen en opnieuw na 3 weken dan moet je een verschil, namelijk een stijgng zien van IgM en IgG.
Wel symptomen van E. cuniculi, echter geen positieve bloedtest:
Hierboven is dus te zien dat er klinische symptomen aanwezig kunnen zijn zonder dat er een positieve bloedtiter is.
Er zijn wel verschijnselen maar je kunt dit niet met bloedonderzoek bewijzen. De IgM en de IgG zijn negatief, kijk in het vak boven de rode pijl in de afbeelding hierboven.
IgM is dit bewijzend voor een actieve infectie ....
Theoretisch zou je moeten zien dat er een stijging van IgM in het begin van de infectie aanwezig zou moeten zijn. Echter we hebben de afgelopen jaren een 50 tal bloedonderzoeken in gestuurd van konijnen met verschijnselen die pas aanwezig waren tot al enkele weken to enkele maanden.
We hebben bij bijna alle konijnen een verhoogde IgG titer gevonden, maar slechts 1 keer een verhoogde IgM titer gevonden en dat was bij een konijn dat al maanden last had van een slappe achterhand.
Gepaarde sera is dit het bewijs?
Aan de hand van gepaarde sera, 2 bloedonderzoeken in de loop van de tijd, is te zien of er daadwerkelijk een infectie aanwezig is. Er is eigenlijk pas na een paar weken met zekerheid te zeggen dat er een infectie is met E. cuniculi!
Onze ervaring met gepaarde sera als je al fenbendazol inzet:
We hebben ons bovenstaande idee tot uitvoering gebracht, echter na 3 en 5 weken opnieuw bloedonderzoek uitgevoerd te hebben zagen we geen stijging van de IgM! Dit hadden we wel verwacht maar helaas kwam het niet uit.
Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat we onmiddelijk vanaf dag 1 van de behandeling met Fenbendazol zijn gaan behandelen en dat dit voorkomen heeft dat het konijn nieuwe antilichamen (IgM+IgG) tegen de E. cuniculi heeft aangemaakt.
Ons idee van de behandeling van E. cuniculi bij het konijn: start gelijk met de behandeling met medicijnen in afwachting van de uitslagen van de bloedonderzoeken.
Dan komt de gedachte op: is een bloedonderzoek uberhaupt zinvol?
het bloedonderzoek is zinvol als je het gebruitk in samenwerking met verdere diagnostiek zoals uitgebreid bloed en urine onderzoek en evt rontgenologisch en echografisch onderzoek. In feite ben je op zoek naar iets anders en als er verder niets aanwijsbaar is als oorzaak blijft E. cuniculi over als oorzaak van de problemen.
Nieuw idee 2012 ....
We denken eraan om te proberen aan de hand van de antilichamen (IgM en IgG) en de aanwezige antigenen (tegen de sporen in het bloed) in het bloed en de antigenen (sporen) in de urine een bewijs te krijgen dat er een besmetting aanwezig is of was met E. cuniculi, maar ook hiermee kun je niet zeggen of er een acute infectie is of een chronische infectie.
We gaan door met ons onderzoek of we een bruikbare diagnose kunnen stellen. Als een konijn veel drinkt en plast en er geen nierfalen of andere ziekte aan te tonen is met bloed- en urineonderzoek, dan kan een heel laag SG (soortelijk gewicht) van de urine een aanwijzing zijn dat er E. cuniculi in het spel is.
Het blijven altijd aanwijzingen en we houden aan dat als er verschijnselen zijn die kunnen wijzen op E. cuniculi dat we dit als diagnose houden tot we een andere oorzaak voor de verschijnselen hebben gevonden.
Nieuwe manier van bloedonderzoek wat betreft E. cuniculi in 2013 ....
We hebben het idee uitgewerkt en we hebben een nieuwe manier van bloedonderzoek gecombineerd met urineonderzoek naar E. cuniculi uitgewerkt.
Het is een combinatie van het onderzoek naar de vorming van antilichamen (IgM en IgG) en het onderzoek naar antigeen in het bloed en de urine.
- Antilichaam onderzoek: dan wordt er gekeken of het konijn de E. cuniculi heeft opgemerkt en er antistoffen = antilichamen tegen heeft aangemaakt. We laten dit testen bij het EVL in Woerden. Eigenlijk zouden we het liefst gepaarde sera gebruiken dus 2 of 3 onderzoeken met steeds 3-4 weken er tussen.
- Antigeen onderzoek in het bloed: gekeken wordt of de E. cuniculi protozo op dat moment in het bloed aanwezig is.
- Antigeen onderzoek in de urine: gekeken wordt of de E. cuniculi protozo op dat moment in de urine aanwezig is.
Antilichamen IgM en IgG ....
Er werd altijd getest op antilichamen als er onderzoek werd gedaan naar E. cuniculi. IgM is een test of de E. cuniculi net aanwezig is (acute infectie), IgG is een test of de E. cuniculi al langere tijd in het lichaam is (chronische infectie).
Vroeger werd alleen de IgG gebruikt en pas sinds de laatse jaren wordt ook de IGM gebruikt. We hebben het afgelopen jaar aangetoond dat er bij diverse konijnen geen antilichamen aangemaakt worden, simpel gezegd omdat het lichaam van het konijn de E. cuniculi sporen niet opmerkt. Als het auto immuun systeem een vreemd voorwerp of antigeen niet opmerkt dan kan het er ook geen antilichamen (IgM en IgG) tegen aanmaken.
In de literatuur wordt het gebruik van IgM gepromoot, maar wij zien bijna nooit een stjging in het IgM en dit onderzoek is derhalve niet bruikbaar om daarmee een recente of acute infectie aan te tonen!
Onze ervaring met antilichamen is dat dit niet betrouwbaar is en dat je een combinatie met antigeen of het aantonen van de E. cuniculi sporen moet gebruiken.
Onze ervaring is dat er bijna nooit een stijging in het IgM aanwezig is bij konijnen. W elaten ons bloed testen bij het EVL in Woerden, en ook het Duitse laboratorium Laboklin heeft deze ervaring. Het RIVM en het VetMedLab testen niet op IgM!.
PCR op antigeen in bloed en urine ....
We laten het bloed (EDTA) en de urine van het konijn onderzoeken op het aanwezig zijn van E. cuniculi sporen. Dit geeft aan dat het konijn op dat moment geinfecteerd is met E. cuniculi en dat de sporen van de E. cuniculi op dat moment in het lichaam aanwezig zijn, dus het konijn is echt geinfecteerd!
In de urine wordt het intermitterend uitgescheiden, dwz er zijn periodes dat het niet uitgescheiden wordt en wel uitgescheiden wordt. We hebben konijnen gehad zonder antilichamenstijging (IgM en IgG) maar wel met positieve PCR test in het bloed en/of de urine. Soms vinden we alleen antigeen in het bloed en soms ook in de uirne, maar soms alleen in de urine. De PCR test is heel gevoelig, als er ook maar een beetje antigeen in het bloed of de urine aanwezig is dan kan deze test het vinden.
Hoe onderzoeken we een konijn op E. cuniculi ....
Sinds maart 2013 gebruiken we een combinatie van antilichamen (IgM en IgG) en de PCR op antigeen in bloed en urine om tot een infectie met E. cuniculi te komen. Je toont dan een acute infectie (PCR op antigeen) aan en ook toon je een opgemerkte / doorgemaakte infectie aan (antilichamen).
Een paar voorbeelden:
Allereerst Willie, een konijn met sterke E. cuniculi verdenking omdat er een torticollis en zelfs tollen en rollen aanwezig is. We hebben bij WIllie in de eerste maanden 4x een bloedonderzoek uitgevoerd. Bij al deze keren was er geen stijging van de antilichamen (IgM en IgG) maar er was wel een positieve PCR op antigenen = bewijs dat WIllie E. cuniculi sporen in zijn lichaam had.
Willie is genezen met medicijnen (waaronder Dexamethason, Vitamine B en langdurig Fenbendazol en Metacam. Zijn hoofd was weer recht en hij viel niet meer om. Na 1,5 jaar kam hij met gebitsproblemen en hebben we opnieuw bloed en urine na laten kijken. Het bloed werd nog steeds positief op antigenen getest en nu was er voor het eerst een stijging van antilichamen (IgG) te zien!
Een IgM of IgG van 30 is negatief, boven de 100 is positief ....
E. cuniculi verschijnselen ....
We krijgen vaak patiënten met E. cuniculi verschijnselen in onze praktijk aangeboden. Deze symptomen uiten zich als volgt:
5 hoofdsymptomen: echter mengvormen kunnen voorkomen.
- 1. Hersenproblemen: nystagmus, scheve kop of tollen om de lengteas
- 2. Achterhandsproblemen: slappe of verlamde achterpoten
- 3. Blaas- of nierproblemen: urine lekken en/of veel drinken en plassen
- 4. Oogproblemen zoals lensverkleuringen, cataract of uveitis, verdikkingen in het oog
- 5. Vermageren zonder aanwijsbare oorzaak
Lees verder over torticollis en andere kopzorgen ....
Lees verder over achterhandsproblemen ....
Lees verder over blaas- en nierproblemen ....
Lees verder over oogproblemen ....
_________________________________________________________________________________
NB: Er zijn bijna geen geregistreerde diergeneesmiddelen voor konijnen. De hierboven beschreven diergeneesmiddelen zijn geregistreerd voor het gebruik bij de hond of de kat.
Indien we als behandelend dierenarts denken dat er een diergeneeskundige noodzaak aanwezig is dan mogen we via de cascades behorend bij het Diergeneesmiddelenbesluit en de Diergeneesmiddelenregeling gebruik maken van de hierboven beschreven diergeneesmiddelen bij het konijn.
Lees verder over deze cascade volgens EU model ....