Een insulinoom is een verrassend veel voorkomende tumor bij fretten. Het komt vooral voor bij oudere fretten maar kan al vanaf de leeftijd van 3 jaar.

Zowel dieren als mensen produceren van nature insuline om te voorkomen dat het suikergehalte (= glucose) te hoog wordt. Insuline wordt geproduceerd in de eilandjes van Langerhans (bèta cellen) van de pancreas (alvleesklier). In de bètacellen kunnen kleine tumoren ontstaan welke een teveel aan insuline produceren, insulinomen. Hierdoor zal er in het bloed een tekort aan glucose ontstaan (= hypoglycemie). Te veel suiker in het bloed veroorzaakt de ziekte bekend als diabetes. Een insulinoom zou het tegenovergestelde van diabetes genoemd kunnen worden.

Het lichaam probeert het tekort aan glucose in het bloed via een aantal mechanismen te corrigeren. Meestal lukt dat gedurende een aantal weken/maanden waardoor de symptomen mild en vaag zijn. Uiteindelijk zal dit mechanisme uitgeput raken en zullen duidelijkere symptomen optreden.

Er zijn verschillende waarschuwingssignalen die u kunnen opvallen als een fret hypoglycemie heeft ten gevolge van een insulinoom. Een insulinoom is een ernstige aandoening ( ze kunnen er aan overlijden) en het is zinvol om de waarschuwende signalen vroeg te herkennen.

Symptomen die waar te nemen zijn in een vroeg stadium:
• De tijd dat ze spelen vermindert aanzienlijk. Fretten met hypoglycemie hebben weinig energie en slapen meer dan normaal. (of aanzienlijk dieper dan voorheen)
• Ze kunnen erg slap worden en er kan spierzwakte optreden, vooral in de achterbenen. De fretten lijken "dronken" (waggelen, vallen van de ene kant naar de ander). Soms zitten ze stil en staren wat in de verte. Soms valt op dat ze het hoofd heen en weer wiegt.
• Overmatig kwijlen en met de poot aan de bek krabben
• Constant gewichtsverlies en een doffe en onverzorgde vacht Bestaat de ziekte wat langer dan ontstaan de volgende symptomen:
• Braken
• Extreem sloom
• Toevallen, coma en sterfte

De toevallen ontstaan doordat er te weinig suiker in het bloed aanwezig om als energiebron te dienen voor de hersenen. Typische toevallen bij de fret bestaan eruit dat de fret languit gestrekt op de zij ligt, overmatig kwijlt met schuim op de bek. De fret vertoont stuipen en reageert niet op prikkels van buitenaf.

Als u denkt dat uw fret toevallen heeft als gevolg van een laag bloedsuiker gehalte, moet u uw fret onmiddellijk iets geven waar veel suiker inzit om dit gehalte weer omhoog te krijgen. Een fret die een toeval heeft, kan geen vocht doorslikken. Het beste is het om iets diks zoals bijvoorbeeld honing of stroop op het tandvlees van de fret te smeren met een wattenstaafje. Ook druivensuiker kan met een theelepeltje in de bek worden gegeven en wordt al door het mondslijmvlies opgenomen zodat het fretje bijna niet hoeft te slikken. Een half theelepeltje is meestal ruim voldoende.Het suiker zal in het lichaamsbloed van de fret opgenomen worden en de toeval zal binnen een korte periode opgeheven worden. (binnen 20 minuten). Als de toeval langer duurt, dan moet u altijd onmiddellijk contact opnemen met uw dierenarts. Hij kan met medicijnen helpen de toeval te stoppen. Normaal gesproken zal het aanbrengen van een suikerhoudende substantie op het tandvlees voldoende zijn om te toeval tijdelijk onder controle te krijgen of te verminderen. Daarna moet u natuurlijk zo snel mogelijk met uw dierenarts contact opnemen voor de juiste behandeling. Het is het beste om al contact met uw dierenarts op te nemen als u een van de vroege verschijnselen waarneemt. Een vroege diagnose is zeer belangrijk en voorkomt dat uw fret op het punt komt waar hij toevallen krijgt. Er zijn echter gevallen bekend waarbij de eigenaren geen van de bovenstaande signalen hebben ontdekt en de fret toch toevallen kreeg.

Diagnose

De enige manier om zeker te zijn dat uw fret insulinomen heeft, is door middel van bloedonderzoek. Uw dierenarts zal wat bloed afnemen en hiervan het bloedsuikergehalte bepalen. Het is zeer belangrijk dat uw fret minimaal 4 uur voor die tijd vast. Dit om de meest nauwkeurige bloedsuikerspiegel vast te stellen. (! Ook geen suikerhoudende snoepjes zoals rozijntjes in die 4 uur!!) De tumortjes zijn vaak te klein om op de echo zichtbaar te maken.

Behandeling:Er zijn een aantal mogelijkheden voor de behandeling.

1 Chirurgie.

Dit betekent een operatie waarbij de kleine bètaceltumoren van de pancreas worden verwijderd. Helaas is het vaak een tijdelijke oplossing omdat de tumoren na een aantal maanden vaak op nieuwe plaatsen in de pancreas ontstaan en de fret opnieuw klachten krijgt. Tevens zijn de tumoren soms zo klein dat ze met het blote oog niet zijn waar te nemen waardoor ze gemist kunnen worden tijdens de operatie.In het gunstigste geval is het fretje 1.5-3 jaar klachtenvrij. Uit onderzoeken is gebleken dat fretjes die geopereerd zijn een betere levenskwaliteit hebben en langer leven dan fretten die alleen medicijnen hebben gekregen.

2 Medicijnen.

Diazoxide( proglycem). Diazoxide is een humaan middel dat de insulineproductie remt. Dit kan ook bij de fret gebruikt worden. De dosering moet langzaam opgebouwd worden ivm. mogelijk braken als bijwerking. Dit is echter van voorbijgaande aard. Prednisolon, een corticosteroid. Prednisolon helpt tijdelijk omdat het de lever stimuleert om meer glucose aan te maken waardoor er meer suiker aanwezig is in het bloed. Een nadeel is dat het ongewenste bijwerkingen kan veroorzaken.( zoals meer insulineproductie en cushing-disease).

3 De voeding.

Frequente maaltijden met eiwitrijk voer zijn belangrijk. Blikvoer is minder geschikt vanwege het hogere gehalte aan suikers. Ook kunt u de fret 3x daags wat gekookt of gebakken vlees geven. Sommige fretten zijn echter zeer kieskeurig. Probeer uit wat het fretje het lekkerste vindt.

Wat te doen als een fret plots zeer zwak wordt of een toeval krijgt? Druivensuiker (in poedervorm) kan het beste bij de hand worden gehouden voor het geval de fret een "hypo" krijgt. Dat betekent dat door het te lage bloedsuiker gehalte het diertje de duidelijke symptomen vertoont zoals eerder beschreven. Druivensuiker kan met een theelepeltje in de bek worden gegeven en wordt al door het mondslijmvlies opgenomen zodat het fretje bijna niet hoeft te slikken. Een half theelepeltje is meestal ruim voldoende en binnen een ½ uur of soms al na 10 minuten voelt het fretje zich weer stukken beter. Om daarna een tweede "hypo" te voorkomen (doordat er meer insuline wordt aangemaakt) dient u het fretje zodra hij zich beter voelt eiwitrijk voedsel geven.

Prognose

Indien de fret behandeld wordt heeft de fret vaak gedurende 1-3 jaar een leuk leven. Echter de ziekte verloopt uiteindelijk fataal.